Er zijn verschillende soorten sterkteafwijkingen waaronder Myopie (bijziendheid), Hypermetropie (verziendheid) en Astigmatisme. Op latere leeftijd, na je 40e, komt daar Presbyopie bij. Het verschil in de afwijking van het oog wordt uitgedrukt in dioptrie. De hoeveelheid dioptrie geeft aan hoeveel correctie er nodig is voor een scherp beeld.

Als men bijziend is, kan men zonder bril goed dichtbij zien, maar in de verte wordt alles vager en onduidelijk. De meestvoorkomende oorzaak is een te lang oog (asmyopie), waardoor het beeld vóór het netvlies ontstaat en derhalve niet scherp gezien kan worden.

Verziendheid ontstaat in de meeste gevallen door een te kort oog (ashyperopie). Het beeld ontstaat achter het netvlies en wordt niet scherp afgebeeld. Voor in de verte zien kan dat meestal nog een tijd lang relatief goed gecorrigeerd worden; dichtbij ziet men echter niet scherp.